Verhoogde kostenaftrek ondernemingen
Ondernemingen (zowel eenmanszaken als vennootschappen) die tussen 1 april 2023 en 31 augustus 2024 investeren in een publiek toegankelijk en intelligent laadstation kunnen rekenen op een verhoogde kostenaftrek.
Wie komt in aanmerking?Zowel eenmanszaken als vennootschappen kunnen rekenen op deze verhoogde kostenaftrek.
Wat komt in aanmerking?De belangrijkste voorwaarden zijn:
- Het moet gaan om een vast laadstation dat in nieuwe staat werd verkregen of tot stand gebracht.
- Het moet wel gaan om laadinfrastructuur die lineair over minstens vijf belastbare tijdperken wordt afgeschreven.
- Bovendien moet het laadstation publiek toegankelijk zijn (laadstations op vrij toegankelijke parkeerterreinen van winkelcentra, supermarkten, winkels en kantoren, waar iedereen zijn elektrische wagen kan opladen). Een laadstation wordt als publiek toegankelijk beschouwd wanneer het ten minste gedurende de gangbare openingstijden, dan wel sluitingstijden van de onderneming vrij toegankelijk zijn voor elke derde.
- Het laadstation moet niet worden aangemeld bij FOD Financiën (dit was initieel voorzien maar aan deze voorwaarde moet niet meer worden voldaan).
- Een intelligent laadstation houdt in dat zij digitaal gekoppeld kunnen worden met een beheerssysteem dat in staat is de laadtijd en het laadvermogen van het laadstation te sturen. Dit beheerssysteem moet ook meldingen over het effectieve laadvermogen en statusmeldingen kunnen terugsturen.
- Het voordeel wordt verleend onder de vorm van een verhoogde aftrek voor de afschrijvingen van nieuwe publiek toegankelijke laadstations. De bijkomende kosten die samen met het laadstation worden afgeschreven, maken deel uit van die aanschaffingswaarde. Met bijkomende kosten wordt bedoeld: vervoerkosten, installatiekosten (bv. kosten van plaatsing, van montage, van aansluiting aan energiebronnen, bekabelingswerken, …), kosten van studies, expertise, enz. Ook de kosten met betrekking tot de aanschaf en installatie van (een) elektriciteitscabine(s) die nodig zijn voor de werking van de laadstations komen in aanmerking.
- Kosten die verband houden met de aanschaf en plaatsing van een huisbatterij komen niet in aanmerking.
- Het moet gaan om vaste laadstations (geen laadkabels).